Herinner je je eerste stappen op de fiets nog? Zoals de meeste kinderen die het geluk hebben op te groeien op het platteland, reed ik mijn eerste ritjes rondom het huis, samen met mijn vriendjes. Louter voor het plezier van het rijden. Daarna merk je dat het ook de plezantste manier is om je te verplaatsen. Je begint je dorp te verkennen, de wijdere omgeving, de hele streek en ten slotte het hele land… Hoeveel landschappen heb ik niet ontdekt op de fiets!
Mijn familie telde heel wat wielerfans. We zijn afkomstig van Remouchamps, vlakbij de fameuze beklimming van la Redoute, die op het programma staat van tal van wielerwedstrijden. Naast Luik-Bastenaken-Luik passeren er elk seizoen wel een vijftigtal over de Redoute. Het wielrennen was dus nooit ver weg. Voor ons huis zagen we elk jaar honderdduizenden wielrenners koersen. Dus, ja, wielrennen was altijd al een deel van ons leven.
Ik heb altijd van wielerwedstrijden gehouden. Mijn broer deed aan competitie. Op een dag, toen ik naar een van zijn koersen ging kijken, vond ik dat het tijd werd om het zelf eens te proberen. Zoals in de meeste families werd ook ik geïnspireerd door wat ik rond me zag. Zo begon ik op mijn 15e ook competitie te rijden, met een zeker succes. Ik won al vrij snel. Winnen is plezant dus ik amuseerde me te pletter. Later werd dat serieuzer. Toen begon ik door te hebben dat waar ik ook ging koersen, ik als eerste over de meet kwam, ook in het buitenland. In je eigen buurt winnen, dat stelt niet zoveel voor. Op nationaal niveau eigenlijk ook nog niet. Maar als je overal begint te winnen wordt het ineens een heel stuk interessanter. Toen ik zag dat ik bij de besten ter wereld hoorde, dacht ik bij mezelf dat er misschien iets in zat. Ik begon de zaken wat ernstiger aan te pakken en werd al snel profrenner.
Ik hield van renners die aanvielen. In die periode gebeurde er van alles en was er veel spektakel. Het was de generatie van Museeuw, Bettini, Bogaert, Bartoli… Allemaal klassiekerspecialisten die er voluit voor gingen. In elke wedstrijd zorgden ze voor vuurwerk en dikwijls vielen ze al van heel ver aan. Museeuw won Parijs-Roubaix na een aanval op zeventig kilometer van de eindstreep. Ja, dat dat was mooi om te zien.
Inderdaad, ik trok altijd ten aanval. Dat was van in het begin zo’n beetje mijn handelsmerk.
Aanvallend rijden heeft me bij de jongeren heel wat overwinningen gekost. Misschien soms te veel en dat heeft me parten gespeeld. Maar aanvallen ligt nu eenmaal in mijn aard.
Absoluut. Waarschijnlijk beginnen daarom nu steeds meer mensen te fietsen. Ook al omdat je gemakkelijker nieuwe landschappen ontdekt. Als je twintig kilometer gaat stappen is dat al een serieuze wandeling. Terwijl dat op de fiets maar een klein ritje is. Gemiddeld doe je al gauw zestig, tachtig kilometer en op zo’n afstand zie je enorm veel. Je bent vrij, je kan overal passeren. Op veldweggetjes en fietspaden die je meer en meer vindt langs rivieren of langs oude spoorwegbeddingen. Je doorkruist bossen en wouden, je komt op plaatsen waar je anders nooit zou komen. Ik vind het een enorm interessante manier om nieuwe dingen te ontdekken.
Zoals de hele wereld, maakte ook het wielrennen en enorme evolutie door. Net als bij auto’s en motorfietsen zie je de invloed van de computer. Er wordt veel meer een beroep gedaan op de gps, op vermogensensoren enz. Op talloze websites kan je stukken van etappes bekijken en exact zien waar je overal gepasseerd bent. Je kan toffe plekjes terugvinden, uitzoeken hoe je er opnieuw naar terug kan rijden…
De fietsen zijn veel efficiënter geworden. De kledij, de aerodynamica, de positie op de fiets… Alles is enorm geëvolueerd. Zo worden al een vijftiental jaar windtunnels gebruikt om de aerodynamica te bestuderen. Vroeger was dat enorm duur: minstens tienduizend euro per uur. Nu is dat allemaal veel betaalbaarder geworden en doet iedereen het, verschillende keren per jaar zelfs.
De trainingen, de opvolging en alles errond wordt tot in het extreme bestudeerd. Ook op het gebied van voedselgebruik. Nu staan er kleurcodes op de voedselverpakkingen. Zelfs wie niet kan lezen, kan zich nu min of meer correct voeden. Dat komt iedereen ten goede, niet alleen sportlui.
Inderdaad, tegenwoordig zijn er veel meer stages, verkenningsritten enz. Vandaag rijdt een renner maximaal ongeveer 75 dagen competitie per jaar. Vroeger stonden daar geen limieten op. Iemand als Merckx reed tussen de 150 en 180 competitiedagen per jaar. Voor mijn generatie lag dat aantal meestal tussen de 90 en 100, wat nog steeds veel is. Tegenwoordig heeft een profrenner nog een zestigtal wedstrijddagen.
Het is niet zozeer dat er sneller gereden wordt. Wel dat er nu veel meer renners zijn die snel kunnen rijden. Dat is het grote verschil. Dit valt te verklaren door de evolutie van de teams, de uitrusting, de opvolging... Alle teams hebben nu de middelen om professioneel te werken, terwijl er vroeger soms grote verschillen waren. Vandaag doet het minst goede of minst georganiseerde team het stukken beter dan het beste team van vijftien jaar geleden.
Het professionele wielermilieu is een klein wereldje, waar iedereen elkaar constant tegen het lijf loopt. Nu, wat me vooral aantrok was het vooruitzicht van een driejarig contract en een mooi project. En dat ik opnieuw in een Belgische ploeg kon rijden speelde uiteraard ook mee.
Dat is de manager van een team dat veel wedstrijden wint. Als hij goed is, wint zijn team, daar valt niets aan toe te voegen... Goede managers hebben goed draaiende teams. Of ze nu over goed of minder goed materiaal beschikken, ze winnen altijd.
Dat begint al bij de rekrutering. Je moet mensen tekenen die in staat zijn samen te evolueren, wat inhoudt dat je de karakters moet kennen. Een zachtaardig iemand bij een driftkop zetten, dat zal niet werken. Je moet dus twee gelijkaardige temperamenten samenbrengen. Het succes van goede managers ligt in het feit dat zij mensen zoeken die niet alleen competent zijn maar ook nog eens compatibel.
Een profcarrière van twintig jaar houdt een manier van leven in die voor de volle honderd procent in het teken staat van de koers. Al mijn vakanties, weekends en vrije dagen gaan op aan wedstrijden en de rest van de tijd train ik. In tegenstelling tot mensen die een normale job hebben en daarnaast gewoon hun vrije tijd, zijn wij altijd met ons vak bezig. Het is niet dat het dubbel telt, maar ik denk dat mijn twintig jaar als beroepsrenner gelijk staan met dertig jaar in een andere job, mentaal dan toch. Het is echt wel afmattend! Dus ik weet niet of ik meteen terug zou willen naar zo'n hectisch tempo, want het is moeilijk te managen.
Ik hou van alles wat strak is. Dus de winkel heel mooi, heel clean, heel overzichtelijk. Het is heel belangrijk dat mensen een goed voelen krijgen als ze binnenkomen. Of ze nu binnenkomen om een petje te kopen van tien euro of een fiets van tienduizend euro, ik wil dat ze er een leuke ervaring aan overhouden. Dat vind ik belangrijk.
Er komen veel toeristen naar Monaco, waaronder veel wielerliefhebbers die speciaal een omweg maken om de winkel te zien. Zelfs als ze niets kopen, komen ze een foto nemen omdat mijn trui van wereldkampioen of Belgisch kampioen in het uitstalraam hangt. Ik word op sociale netwerken vaak getagd door mensen die tijdens de feestdagen een foto komen maken. Dat alleen al is leuk. Ik kom hier zelf af en toe, ik ontmoet er wielerfans. Het is een plek waar liefhebbers ideeën kunnen uitwisselen. Er staat een gezellige zetel klaar voor iedereen die er even bij wil gaan zitten... En de koffie is van het huis!
Ik hou veel van Monaco omdat het een zeer actieve stad is, waar veel evenementen worden georganiseerd. We gingen onlangs naar de Grand Prix Formule 1, een van de weinige races die in de stad worden gereden. De Yacht Show is een van de grootste evenementen ter wereld, waar je de allergrootste jachten kan bewonderen. Alle sjeiks zakken ernaar af...
Er gebeurt zo verrassend veel dat je niet van alles op de hoogte kan blijven. Soms lees je in de krant dat er de avond voordien een filmevenement was, presentaties met wereldsterren.... Uiteindelijk laat je veel passeren omdat er altijd wel iets gebeurt... Soms vindt er op vijfhonderd meter van mijn huis een gigantisch event plaats, terwijl ik het niet eens weet. Toen ik nog in Remouchamps woonde, hadden we het twee maanden later nog altijd over de grote brand!
Ondanks alles wat er te doen is, leiden we hier een normaal leven. Ja, het is er druk. Net zoals elke stad, denk ik. Voor de rest vind ik het geweldig. Wie in Monaco woont, tijd heeft en in veel dingen geïnteresseerd is, kan fenomenale tentoonstellingen zien.
Inderdaad, we kennen elkaar allemaal. Ik ben lid van de Vereniging van Belgische Monegasken. We ontmoeten elkaar op verschillende events. Heel prettig allemaal.
Alles begon tijdens de Tour de France van 2011, waar ik elf dagen in de Groene Trui reed. Aangezien ŠKODA deze trui sponsort, ontmoette ik elke dag mensen van het merk tijdens de prijsuitreiking. We werden niet meteen close, maar het klikte wel. Later ontmoetten we elkaar weer tijdens de Rally van Monte Carlo. We zouden de Turini-etappe bijwonen, maar het was daar bijna -20°C en de auto's moesten er op zes kilometer van de race mee ophouden. We besloten om lekker te gaan eten in Monaco... Daar ontstond een hechtere band. De weinige keren waarop ik naar België kom, leent het merk me een auto. ŠKODA sponsort mij voor de organisatie van de Philippe Gilbert Classic voor junioren. Het is een zeer grote en belangrijke partner voor ons.
Het is indrukwekkend om te zien hoe de autonomie van elektrische auto's is toegenomen. Ik ben geen specialist en weet dus niet in hoeverre het echt milieuvriendelijk en minder vervuilend is. Maar wat het comfort betreft, is het in ieder geval heel prettig.
Zelf zou ik kiezen voor een plugin-hybride, die de voordelen van een benzinewagen combineert met die van een elektrische. Om in Monaco-stad elektrisch te rijden en erbuiten op benzine. Dat lijkt me het goede evenwicht.
Ja, natuurlijk. Tot nu toe heb ik de zevenzitter KODIAQ: het is fenomenaal wat daar allemaal in kan. De ingenieurs maken optimaal gebruik van elk plekje en de koffer is enorm. Wij wielrenners reizen altijd met een fiets, een tas, soms de roltrainer, en de ŠKODA is daar geweldig voor.
Ik heb heel veel uit mijn potentieel gehaald en mijn capaciteiten optimaal gebruikt.
Daar nog eens winnen, dat zou veel veranderen. Maar ik denk dat ik fier mag zijn op wat ik verwezenlijkt heb en heb me niets te beklagen.
Wat de jongeren betreft: sommige van de huidige profs vertellen me dat ze vroeger naar mij opkeken, dat ik hen deed dromen, enz. Dat doet me plezier. De bedoeling van sport is uiteindelijk ook om er de jeugd enthousiast voor te maken.
Mijn wereldtitel, een monument in onze sport, met de regenboogtrui die je twaalf maanden mag dragen…
Het is een buitensport, die in alle weersomstandigheden beoefend wordt. Ook als het twee weken aan een stuk regent en koud is, moet je elke dag trainen… Dat is niet altijd even plezant. Een maand lang fietsen bij 40°C is ook niet van de poes. Het is niet altijd eenvoudig om de speelbal van het weer te zijn.
Over heel mijn carrière bekeken mag ik niet klagen. Er is mij niet zoveel overkomen.
De repetitieve inspanning is lastig en leidt tot permanente vermoeidheid. Dat het een persoonlijke keuze is, maakt het beter te dragen. Zolang je er zelf nog plezier in vindt, natuurlijk.
Het is de bekendste klassieker in België voor junioren. Hij wordt gereden in Remouchamps. Elk jaar krijgen wij aanvragen uit de hele wereld, maar we beperken het aantal buitenlanders om plaatsen vrij te houden voor de Belgische juniors. We willen dat de Belgen in eigen land kunnen starten, daarom willen we absoluut een minimum aan Belgische ploegen aan de start, naast de besten van de rest van de wereld. Dit jaar hebben we 150 deelnemers. Voor de tweede of derde keer spreiden we de wedstrijd over twee dagen.
Ik kan niet op alle vergaderingen aanwezig zijn, dus volg ik dit van op afstand. Mijn vader en mijn broer regelen alles ter plaatse, dus zij nemen de honneurs waar (of: alle eer komt hen toe) ?. Ik geef mijn mening over bepaalde dingen maar uiteindelijk wordt alles in overleg beslist.
In het leven is er plaats voor iedereen. Je moet je plaats vinden en ervoor vechten, in de wetenschap dat niets vanzelf gaat. De maatschappij is gemaakt om iedereen zijn plaats te doen vinden. Als je dat wil, vind je je eigen plaats. Je moet er wel voor vechten en het voor elkaar krijgen. Mijn contracten vielen nooit uit de lucht, ik ben ze zelf gaan zoeken. Je kan voor het gemak op je huidige niveau blijven of je kan ambitieus zijn en erop proberen vooruitgaan. Maar er is plaats voor iedereen.
De familie, de natuur. Ik heb ook altijd van autosport gehouden, vooral van rally. Daarnaast kijk ik graag naar andere sporten op een hoog niveau. Ik heb naar de tenniswedstrijd tussen Tsitsipas en Djokovic gekeken omdat ik ze allebei uitmuntende spelers vind.
Dat is me contractueel verboden! Wel ben ik een paar keer bijrijder geweest, en dat was indrukwekkend. Tijdens tests of WRC-proeven, met Patrick Snyers en Freddy Loix. Ik hou van sensaties, maar je moet er de tijd hebben.
Dat is het plan, maar je weet nooit wat de toekomst brengt.
Het is de essentie van de sport. Vorig jaar, toen er niemand aan de start van de wedstrijden stond, was het erg triest. Ik vond het moeilijk om me op te peppen voor wedstrijden zonder publiek. Nu komt alles langzaam weer op gang, en dat doet deugd.
Ja, dat is Valentine, ze is vier maanden oud…
Dat zou je aan mijn vrouw moeten vragen…
(Vanop de achtergrond) Hij is een echte verwenpapa!
Zoals iedereen. Ik ga me er trouwens nu onmiddellijk aan wijden…
Fotos ©Facepeeters
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
De fietsen die worden ingezet voor de tijdritten en baanraces van het WK kun je niet zomaar vergelijken met een doorsnee fiets. Sterke staaltjes techniek zijn het,...
Klaar voor het WK Wielrennen in september? Al een eeuw lang is het wereldkampioenschap een hoogtepunt van het wielerjaar. Op die 100 jaar is er heel veel veranderd....
Wielerliefhebbers hebben er lang naar uitgekeken en waren massaal op de afspraak voor de grote finale van het WK in Leuven. De vele Belgische supporters hoopten...
De ŠKODA Road Cycling Challenges trakteren wielerfanaten op vier ‘klassiekers’. Carl Vansteenkiste van Golazo stippelde voor ons het verloop uit!