Elektrische mobiliteit: ken jij het verschil tussen iV en e-TEC ?

De overgang naar elektrisch aangedreven auto's neemt wereldwijd verschillende vormen aan. ŠKODA biedt haar klanten verschillende mogelijkheden aan. Van milde hybriden tot volledig elektrische auto’s.
De elektrische voertuigen van ŠKODA hebben een van de twee benamingen: iV of e-TEC. Deze emblemen op ŠKODA-auto's zijn een synoniem voor groene en geëlektrificeerde mobiliteit. Maar het gaat om heel verschillende technologieën.

Ingeplugd of niet

Het fundamentele verschil is vrij eenvoudig: de iV-benaming, die ŠKODA vorig jaar aan de wereld presenteerde bij de onthulling van de CITIGOe iV, SUPERB iV en de OCTAVIA iV, of meer recent met de eerste elektrische SUV de ENYAQ iV, wordt gebruikt voor volledig elektrische voertuigen en plug-inhybriden. Eenvoudig gezegd zijn dit auto's die de gebruiker kan, of in sommige gevallen moet, aansluiten op een stopcontact om de batterijen op te laden.

De première van de e-TEC-benaming kwam met de vierde generatie van de bestseller van het merk ŠKODA, het OCTAVIA model. Dit is een zogenaamde milde hybride, waarbij een elektromotor met een relatief kleine batterij complementair is aan een verbrandingsmotor. Een belangrijk kenmerk van de milde hybriden is dat ze niet via een stopcontact kunnen worden opgeladen.

Eenvoudig gezegd betekent dit dat e-TEC het basisniveau van de elektrificatie vertegenwoordigt, terwijl de iV-categorie auto's bevat met een hoger niveau van elektrificatie, inclusief een volledig elektrische aandrijving. De e-TEC-familie bestaat momenteel uit twee OCTAVIA-motorversies. De iV-familie is groter, met de ENYAQ iV en CITIGOe iV volledig elektrische modellen en de SUPERB iV, OCTAVIA iV en OCTAVIA RS iV plug-inhybriden.

Laagspanning

In tegenstelling tot iV-auto's maken e-TEC-modellen gebruik van 48V-technologie. Het verbrandingsgedeelte van de aandrijving is gebaseerd op standaard automotoren; in tegenstelling tot deze motoren wordt de alternator echter vervangen door een elektromotor die ook in de generatorstand werkt en een 48V li-ionbatterij.

De elektromotor is verbonden met de verbrandingsmotor door middel van een aandrijfriem, waarmee hij ofwel de prestaties van de verbrandingsmotor kan verbeteren, ofwel energie kan recupereren en opslaan in de batterij.

De elektrische motor verhoogt hier de algemene prestaties met meerdere kilowatts, voornamelijk bij lagere toerentallen, bijvoorbeeld bij het starten vanuit stilstand. e-TEC auto's kunnen geen volledig elektrische aandrijving bieden, maar kunnen, net als iV auto's, met hogere snelheden rijden wanneer de verbrandingsmotor is uitgeschakeld. Op dat moment wordt het boordnet gevoed door elektriciteit van de 48V-batterij, die alle benodigde hulpfuncties, zoals stuurbekrachtiging, voor zijn rekening neemt. Dankzij de elektromotor is de daaropvolgende snelle herstart van de verbrandingsmotor voor de gebruikers bijna onmerkbaar.

Het resultaat is een lager brandstofverbruik en dus ook minder CO2 -uitstoot zonder dat dit ten koste gaat van de maximale prestaties, in tegenstelling tot conventionele motorsystemen zonder de e-TEC-benaming. In het geval van de OCTAVIA is er een 81 kW-versie met de 1.0 TSI e-TEC en een 110 kW-versie met de 1.5 TSI e-TEC.

Volledig elektrisch

Alleen iV modellen bieden een volledig elektrische aandrijving. Ze verschillen van e-TEC in die zin dat hun elektromotoren veel krachtiger zijn en prestaties leveren die vergelijkbaar zijn met standaard verbrandingsmotoren. En het maakt niet uit of het een plug-inhybride of een volledig elektrische auto is.

De nieuwe OCTAVIA iV bijvoorbeeld combineert een 85 kW elektrische motor met een 110 kW 1.4 TSI-verbrandingsmotor. In dit geval bevindt de elektromotor zich tussen de verbrandingsmotor en de versnellingsbak, zodat deze meteen helpt om het vermogen van de krukas te verhogen. Het totale gecombineerde vermogen van dit systeem is 150 kW. De 13 kW batterij kan 55 kilometer puur elektrisch rijden aandrijven, volgens WLTP.

De batterijen van de iV-modellen kunnen zowel via stopcontacten of laadstations worden opgeladen of, zoals bij mild-hybriden, door middel van recuperatie, wat betekent dat de energie die door het remmen wordt opgewekt, wordt opgeslagen. Tijdens de recuperatie werkt de elektromotor als een generator en zet hij mechanische energie om in elektrische energie, die vervolgens wordt opgeslagen in de batterij. Deze energie kan dan worden gebruikt bij het versnellen.